
Clafoutis is een klassiek Frans streekgerecht uit de Limousin. Je maakt het met verse kersen en een pannenkoekenbeslag. Het beslag kun je desgewenst nog verrijken met bijvoorbeeld vanille, slagroom, likeur of citroenrasp. Dit is een ideaal dessert voor als je weinig tijd hebt, en toch zelf een dessert wilt maken. De voorbereiding is binnen 10 minuten gedaan. Tenminste, als je het aandurft de kersen met pit en al te gebruiken. De kersenpitten zorgen voor extra smaak, een amandelachtig aroma.

Clafoutis
Ingrediënten
- 400 g kersen
- 50 g suiker
- 3 eieren
- 150 ml melk
- 50 g bloem
- snufje zout
- boter voor het invetten van de vorm
- poedersuiker
- extra: slagroom of vanille-ijs
Bereiding
- Was de kersen en verwijder de steeltjes. Vet een ondiepe ovenschaal in met boter. Doe de kersen in de schaal. Klop de eieren met de suiker.
- Verwarm de oven voor op 180°C.
- Voeg daarna de bloem en een snufje zout toe. Goed kloppen zodat er geen klontjes bloem meer te zien zijn en meng dan de melk er door.
- Giet dit beslag over de kersen en bak de clafoutis in ongeveer 40-50 minuten op 180°C. Je kunt de gaarheid controleren met behulp van een satéprikker.
- Serveer de clafoutis lauw of koud. Extra lekker met slagroom of een bolletje vanille-ijs.